Dieren
Hoe het sprookje begon
Al heel wat jaren is Jenaplanbasisschool De Hussel in het bezit van een hele gezellige kinderboerderij. Het begon met een konijnenren en heeft zich in de afgelopen jaren uitgebreid naar een kinderboerderij. Er kwamen steeds meer diertjes bij.
De bewoners van het dierenverblijf
Wie kunt u allemaal ontmoeten op de kinderboerderij? Louise, het roze varken en het donkere varken is Lodewijk, af en toe een brompot en stoor hem nooit tijdens zijn maaltijd. Er lopen geiten en een ram. Sierkippen, hanen en 2 pauwen; een mannetje en vrouwtje. Ook lopen er cavia’s rond. Zie de neusjes heen en weer gaan.
Op de kinderboerij hebben we ook een volière. Parkieten, grasparkieten, valkparkieten, zebravinkjes, kanaries en kwartels. En wat een mooie kleuren!
Het dierenverblijf
De dieren hebben op het verblijf ook genoeg plek voor beschutting. 1 stal. 2 huisjes, duiventil en schuur, en in de schuur een nachthok voor de cavias. In de schuur liggen de balen hooi en een ton biks.
Biks is een mengsel van alle voedingssupplementen geperst in 1 brok. De achterliggende gedachte van biks; de dieren kunnen nooit alleen het lekkere er uit halen, zodat ze alle voedingsstoffen binnen krijgen. Erg gezond!
Buiten het dierenverblijf is ook nog een schuurtje waar al het dierenvoer opgeslagen wordt. Biks, granen, brood, etc. Er daar is ook een binnengedeelte voor de vogels.
Dierenverzorging een vast ritueel
Het verzorgen van de dieren is een vast ritueel, elke dag weer. Door de vrijwilligers zijn allemaal schema’s samengesteld. Heel erg prettig, vooral voor de mensen die net gestart zijn. Ook hangt er een whiteboard voor de communicatie onderling.
Wat geven we allemaal aan de dieren en wat komt er allemaal bij kijken? Een maat beker vol biks, een maat beker vol granen en wat brood wordt er in het dierenverblijf gestrooid. De bakken met water worden elke dag ververst, voor dat er schoon water ingaat wordt de bak eerst schoongemaakt met een borstel. Wel zo fris! De ruif aan het huisje wordt elke dag weer gevuld met hooi.
En wat krijgen de cavias? Zij krijgen ook hooi in een ruifje. Ze krijgen brood, het liefst stokbrood of harde bolletjes. Kunnen ze lekker knagen. En wat vooral gezond en lekker is; een bakje biks. Het water wordt ook elke dag ververst. Ze hebben een bak met water en 2 drinkflessen. De vogels krijgen verschillende soorten graan. En uiteraard worden hun bakken water ook elke dag ververst.
Het schoonhouden van het verblijf
Voor de dieren is het prettiger dat er regelmatig wordt geveegd in het dierenverblijf. Keutels, oud hooi snippers met keutels ertussen, allemaal bij elkaar vegen. De hoopjes met stoffer en blik opvegen en in de rolcontainer. Hup weg ermee! Het gebeurd ook vaak genoeg dat er vlak onder de ruif heel veel nat, oud hooi ligt. Het is de bedoeling dat die hoop ook wordt opgeruimd. Hooi gaat namelijk snel schimmelen en we willen niet dat de dieren ziek worden.
Aandacht
Dieren hebben naast voeding en vers water ook aandacht nodig. Door tegen de dieren te praten en door ze te aaien worden ze tam en tuurlijk vinden ze het ook erg prettig. Elke maandag na het verzorgingsritueel kregen de kleuters van juf Gea een rondleiding op de kinderboerderij. Elke week 4 kleuters, daar was ook een schema voor, zodat alle kleuters de kans kregen om de dieren te bezoeken.
Het is van belang dat ze rustig lopen en niet rennen. Ze kunnen de dieren aaien en ze krijgen ook uitleg over de verzorging. En zelf mogen ze ook wat hooi of biks geven aan de dieren. Het is natuurlijk ontzettend leuk dat de dieren uit hun handjes eten.
Quessant schaap
Onze schaapjes zijn van een soort die altijd klein blijft. Ze eten van alles, dus is het niet zielig dat ze niet op een weiland staan. Speciaal kenmerk zijn de kleine horentjes die zowel de mannetjes (rammen) als de vrouwtjes (ooien) hebben.
Regels van de kinderboerderij. Belangrijk!
Geen gemaaid gras bij de dieren brengen, aangezien dit niet goed is voor de gezondheid van alle dieren die hier rondlopen. Ook vragen wij u om de lijst te lezen wat de dieren WEL en NIET mogen hebben. Dit is om zo lang mogelijk plezier te hebben van onze dieren, en zo blijven de dieren gezond en de weide schoon.
Wat is WEL goed voor de dieren:
Andijvie, selderieknol, koolrabi, witlof, veldsla, waterkers, paksoy, mosterblaadjes, frambozenblaadjes, paardebloemblad, wortel en het loof van wortelen
Geplukt, met de hand gesneden of geknipt lang gras mag wel gegeven worden.
Wat er NIET gegeven mag worden:
Prei, ui, bieslook, bonen, erwten, mais, vaste kool, spruitjes, broccoli, bloemkool, boerenkool, rode kool, bietjes, aardappelen, aardappelschillen, gemaaid gras, klaver, nat gras.
Veel klaver geeft ook problemen, net zoals veel nat gras.
Met de grasmaaier afgemaaid gras mag nooit gegeven worden in verband met gistingsgevaar (trommelzucht).
Ook geen fruit geven